Turkse hackers plaatsen swastika's op populaire Twitter-accounts

Gepubliceerd op 15 maart 2017 om 12:33

Tal van populaire Twitter-accounts hebben op de verkiezingsochtend Turkse berichten met swastika's geplaatst. De tweets, die de hashtag #Nazihollanda gebruikten, lijken te zijn geplaatst nadat de dienst Twitter Counter werd gehackt.

Onder meer Amnesty International, War Child, borussia dortmund, mazda, weekblad Donald Duck (zie foto), zangeres Caro Emerald, oud-tennisser Boris Becker, het Europees Parlement, brandweer Fryslân, Brainport, starbucks, argentina, volkswagen, duke university, blockchain, de nieuwssite Forbes, SWZ Sneek en de Duitse krant Die Welt plaatsten de Turkse tweets, waarin ook Duitsers voor nazi's worden uitgemaakt en waarin wordt verwezen naar het Turkse referendum over de grondwet op 16 april.

De NOS meldt dat het waarschijnlijk niet daadwerkelijk om gehackte accounts gaat. "De tweets worden verstuurd door accounts die gebruik maken van de dienst TwitterCounter. Het lijkt erop dat dit van oorsprong Amsterdamse bedrijf is gehackt. Het gaat niet om een hack van Twitter zelf" aldus techredacteur Joost Schellevis.

De tweets lijken een reactie te zijn op het diplomatieke incident rond Turkse ministers die in Nederland geen campagne mochten voeren. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu mocht niet in Nederland landen, en zijn collega Fatma Betül Sayan Kaya werd uiteindelijk het land uitgezet.

Onder meer de Turkse president Recep Tayyip Erdogan reageerde al fel op het incident. Ook hij sprak over 'nazi-praktijken' en stelde dat Nederlanders in Srebrenica achtduizend Bosniërs hebben vermoord. Dat is feitelijk onjuist en premier Rutte veroordeelde de "walgelijke geschiedsvervalsing".

Bij het referendum op 16 april wordt gestemd over een grondwetswijziging, die Erdogan meer macht zou geven. Zijn regering voert ook buiten de eigen landsgrenzen campagne voor 'ja'-stemmen, onder mensen met een dubbele nationaliteit.

klik hier om de afbeeldingen te zien

van onze verslaggever Ruben Wijnstra en Jan de Vries