De plotselinge afschaffing zorgde voor chaos in het land. Mensen stonden in lange rijen om hun geld in te wisselen en zaterdag ontstonden felle protesten in zes steden.
De beslissing van Maduro volgde op het uitblijven van het vervangende biljet omdat drie transportvliegtuigen “gesaboteerd” waren. Hij gaf verder geen details over de vermeende sabotage.
Venezuela wordt geconfronteerd met één van de grootste economische crisissen uit zijn geschiedenis. Het Zuid-Amerikaanse land is bijzonder afhankelijk van olie en kreunt onder de gevolgen van de lage prijzen. De koers van de bolivar gaat de dieperik in en de inflatie is buiten controle. Volgens het IMF zou de inflatie dit jaar uitkomen op 475 procent en volgend jaar nog toenemen tot 1.660 procent. Dat leidt tot een tekort aan bankbiljetten. Om de inflatie tegen te gaan kondigde Caracas aan biljetten van 500 en 5.000 bolivar in roulatie te brengen. Met een biljet van 100 bolivar kunnen de Venezolanen vandaag maar net een bonbon kopen.